Vanwege technisch onderhoud werken sommige onderdelen van de website misschien niet helemaal zoals u gewend bent. Excuses voor het ongemak.

Lees voor Translate

Reactie college op woonmanifest

3 oktober 2024

Op 27 juni 2024 hebben de werkgroepen Wonen en het Gezamenlijk Dorpsoverleg het woonmanifest ‘Samen ambitie op wonen in Peel en Maas’ aan de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders aangeboden. Het college heeft op 16 september 2024 een eerste reactie gegeven op dit manifest en doet een voorstel voor een gezamenlijk vervolg.

Bestuurlijk gesprek met de indieners

Over deze eerste inhoudelijke reactie van het college heeft met een vertegenwoordiging van de indieners van het manifest op 24 september 2024 een bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Namens het college waren wethouders Wanten, portefeuille Wonen, en Nijssen, portefeuille Vitale gemeenschappen, bij dit bestuurlijk overleg aanwezig. Aan de hand van de eerste inhoudelijke reactie zijn de gemeente en de indieners in dit bestuurlijk overleg in gesprek gegaan om verdere duiding en invulling te geven aan zowel het samenspel tussen gemeente en gemeenschappen als wonen.

Er werd in gezamenlijkheid geconstateerd dat een vloeiend samenspel tussen gemeente en gemeenschappen niet vanzelfsprekend is en onderhoud behoeft, ook op dit thema. Het college levert hier graag een bijdrage aan door hierover in gesprek te gaan met de kernen.

Versnelling op de woningmarkt

Verder werd in het bestuurlijk overleg geconcretiseerd welke bijdrage het college de komende periode wil leveren aan verdere versnelling op de woningmarkt. Dan gaat het om:

1. Een verzoek om extra budget in de Begroting 2025 voor het werken met gebiedsregie en ruimtelijke ontwikkelplannen per kern. Dit betekent dat we vroegtijdig in het proces met inwoners uit een kern in gesprek gaan over een aantal met elkaar samenhangende ruimtelijke vraagstukken en hun inzichten betrekken bij de planvorming, waarna we vervolgens scherp kijken wie voor welk deel van de opgave 'aan de lat staat'. Het werken met gebiedsregie en ruimtelijke ontwikkelplannen per kern zorgt voor:

  • Sneller inzicht in de te maken ruimtelijke afwegingen.
  • Een ontwikkelstrategie per dorp.
  • Ondersteuning van gerichte, actieve grondpolitiek.
  • Een wezenlijke rol voor de inzichten en creativiteit van de kernen zelf en rolduidelijkheid in de verdere uitvoering van plannen.

2. Dit extra budget zet het college ook, uitgaande van positieve besluitvorming in de gemeenteraad, graag in voor meer slagkracht op eerder ingezette acties, zoals:

  • Woningbouwplannen op eigen grondposities.
  • Grondaankopen.
  • Verder brengen van wooninitiatieven.
  • Het optimaliseren van bestaande regelingen, bijvoorbeeld programma kostenverhaal.
  • Het verwerken van de uitkomsten van de evaluatie woning- en kavelsplitsing.
  • Pilots tijdelijk wonen.

3. Een verzoek om extra budget in de Begroting 2025 voor onderzoekskosten die gepaard gaan met ruimtelijke initiatieven, zodat er een snellere beoordeling op deelaspecten als verkeer en maatschappelijke impact kan plaatsvinden.

4. Het opstellen van een handreiking voor CPO-initiatieven (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap).

Reactie van de indieners

De indruk van het college was dat het bestuurlijk overleg van beide kanten voor verheldering en voor begrip van ieders inhoudelijke standpunten en positie leidde. De gemeente hoorde van de vertegenwoordiging van de indieners van het woonmanifest terug dat de tijdens het bestuurlijk overleg gegeven toelichting en concretisering een belangrijke aanvulling op de schriftelijke reactie vormde. De indieners van het manifest benadrukken nogmaals dat hun initiatief is opgepakt op basis van de vele signalen vanuit de kernen. Bouwen en nog eens bouwen dat is wat hen betreft het devies voor de komende jaren. Voor hen is en blijft belangrijk dat de gesprekken naar aanleiding van het manifest snel tot concrete afspraken leiden. Door de indieners van het manifest werd eveneens benadrukt dat wat hen betreft het werken met een actievere grondpolitiek, het creëren van ruimhartige plancapaciteit en warme begeleiding van initiatiefnemers punten van aandacht blijven.

Specifiek over de handreiking voor CPO-initiatieven geven de indieners van het manifest aan dat deze vooral ondersteunend moet zijn aan de ontwikkeling van CPO-initiatieven en deze ontwikkeling niet met regels moet beperken. Bij dit alles geven de indieners van het manifest aan dat de behoefte aan woningbouw op de korte termijn groot blijft.

Een gezamenlijk vervolg

Gelet op het belang van het thema wonen en de gedeelde betrokkenheid en verantwoordelijkheid hierop, kan de gemeente zich voorstellen dat vertegenwoordigers vanuit de werkgroepen Wonen en de Gezamenlijke Dorpsoverleggen en een vertegenwoordiging van de raad, van het college en van de ambtelijke organisatie hierin gezamenlijk optrekken. De rol van de raad is hierin wat het college betreft wezenlijk, omdat een aantal van de suggesties die zijn gedaan in het Woonmanifest tot de verantwoordelijkheid van de raad behoren. Het college kan zich hierbij voorstellen dat we een gezamenlijke startbijeenkomst organiseren, waarbij er wellicht ook ruimte kan zijn voor inspiratie ‘van buiten’. Hierover gaat het college op korte termijn met de raad in gesprek.

Het college kijkt ernaar uit om, samen met de dorpen en de raad, verder invulling te geven aan deze gezamenlijke opgave.